Hoe gaat het winveld eruitzien en wat zijn de effecten?

Voor de inrichting van het winveld zijn drie varianten ontworpen. Brabant Water heeft de wens om met de inrichting aan te sluiten bij het landschap en de natuurwaarden van het gebied te versterken. De drie varianten zijn besproken met de directe buren, de dorpsraad Kruisland en het Waterschap Brabantse Delta. In de gebruiksfase is het winveld onbemand en niet toegankelijk voor publiek. Periodiek onderhoud en inspecties worden uitgevoerd door medewerkers van Brabant Water. Het terrein wordt tweemaal per jaar gemaaid en het struweel (de dichte begroeiing van struiken en lage bomen) en de bomen worden jaarlijks gesnoeid.

Drie varianten voor de inrichting van het winveld

Met zijn horizontale en langwerpige structuur benadrukt de variant Opgaan de leegte van het landschap (zie Figuur 7). Het bloemrijke grasland bevat enkele bomen, boomgroepen en struwelen die structuur geven en plekken markeren zoals poelen of gebouwen. De oude kreek wordt uitgesneden uit de rationele verkaveling (oftewel: de rechtlijnige en functionele indeling van het landschap) en weer zichtbaar gemaakt. Deze variant kenmerkt zich door de natuurvriendelijke oevers aan de noordzijde, losse bomen en boomgroepen en een struweel dat afstand creëert tot nabijgelegen bewoners.

De afbeelding laat een variant zien voor de inrichting van het winveld waarbij de inrichting opgaat in het landschap.

Figuur 7: Inrichting van de variant Opgaan

De variant Contrast creëert juist een contrasterend landschap ten opzichte van de omgeving, waardoor het winveld opvalt (zie Figuur 8). Een oude kreek wordt teruggebracht en versterkt, met een natuurlijke slingerende vorm die hoogteverschillen creëert. Deze variant kenmerkt zich door steilere taluds, natuurvriendelijke oevers, twee ondiepe poelen die in de zomer droogvallen en gericht geplaatste struwelen en bomen die bijdragen aan een natuurlijk landschap.

De afbeelding laat een variant zien voor de inrichting van het winveld waarbij de inrichting een contract vormt ten opzichte van de omgeving.

Figuur 8: Inrichting van de variant Contrast

Met grote, langgerekte percelen en lange bomenrijen is de variant Aansluiten in lijn met de kenmerken van polderstructuren (zie Figuur 9). Een lange laan van bomen parallel aan de Gastelseweg en een boomweide aan de zijde van de Engelseweg zorgen voor structuur en biodiversiteit. Deze variant kenmerkt zich door een mix van verschillende boomsoorten, een robuuste plas-dras-strook (rietland) aan de noordzijde en struwelen rondom het gebouw.

De afbeelding laat een variant zien voor de inrichting van het winveld waarbij de variant aansluit bij de kenmerken van de polderstructuren in het gebied.

Figuur 9: Inrichting van de variant Aansluiten

Effecten van de inrichting van het winveld

Net als bij de drinkwaterwinning en transportleiding maken we ook bij de inrichting van het wingebied onderscheid tussen de effecten in de aanlegfase en die in de gebruiksfase.

Aanlegfase

In de aanlegfase zijn de effecten van de inrichting van het winveld tijdelijk van aard (zie Tabel 6).

Tabel 6: Beoordeling effecten van de inrichtingsvarianten Opgaan, Contrast en Aansluiten in de aanlegfase

Ruimtelijke kwaliteit

Voor de aanlegfase is er één beoordelingsaspect beoordeeld als licht negatief (-). Mitigerende maatregelen zijn hiervoor niet nodig.

Gebruiksfase

In de gebruiksfase kijken we naar permanente effecten van de inrichting van het winveld (zie Tabel 7).

Tabel 7: Beoordeling effecten van de inrichtingsvarianten Opgaan, Contrast en Aansluiten in de gebruiksfase

Natuur
Bodem
Ruimtelijke kwaliteit

Voor de gebruiksfase zijn de meeste beoordelingsaspecten beoordeeld met neutraal (0) of licht positief (+). Daarom zijn mitigerende maatregelen hier niet van toepassing. Daarnaast zijn er voor drie beoordelingsaspecten positieve effecten (++). Voor de inrichtingsvariant Opgaan zijn er drie beoordelingsaspecten positief beoordeeld, namelijk invloed op de belevingswaarde, toekomstwaarde en herkomstwaarde. Voor de inrichtingsvariant Contrast is de invloed op de toekomstwaarde ook positief beoordeeld. Voor de inrichtingsvariant Aansluiten zijn de effecten enkel licht positief (+) en neutraal (0).

De inrichtingsvariant Opgaan versterkt de landschappelijke structuur en heeft een natuurlijke inrichting die kan meebewegen met veranderende omstandigheden, zowel qua inrichting als beheer. Structuurdragers, zoals struweelbeplanting en een oude kreek, worden teruggebracht in het landschap. Ook de variant Contrast heeft een natuurlijke inrichting die zowel qua inrichting als beheer kan meebewegen met veranderende omstandigheden.