Waarom een nieuwe drinkwaterwinning?
De provincie Noord-Brabant werkt op vele fronten met verschillende partijen samen om te komen tot een droogte robuust (grond)watersysteem waarbij er in 2040 jaarlijks 150 miljoen m3 water wordt vastgehouden/geïnfiltreerd en 100 miljoen m3 grondwater minder wordt gebruikt, zoals in het in de Droogteagenda staat.
Ondanks alle inspanningen zoals die hierboven zijn vermeld, kunnen – vanuit de verantwoordelijkheid voor het veiligstellen van de drinkwatervoorziening – de grondwateronttrekkingen voor de drinkwatervoorziening pas verminderen als aanvullende bronnen voor de drinkwatervoorziening beschikbaar zijn en/of voldoende besparing van drinkwater is gerealiseerd.
Brabant Water werkt, volgens de afspraken uit de bestuursovereenkomst met de provincie uit 2023 en het Grondwaterconvenant van 2021, aan het ontwikkelen van brak diep grondwater en zeewater als aanvullende bronnen voor drinkwater. De onderzoeken en besluitvormingstrajecten van deze aanvullende drinkwaterbronnen kosten echter veel tijd en zijn met onzekerheden omgeven. De onzekerheden hangen onder andere samen met het zoute restproduct van ontzilting, het brijn, en de beschikbaarheid van (duurzame) energie. Deze aanvullende bronnen kunnen daarom pas na 2030 worden ingezet.
Campagnes voor drinkwaterbesparing zijn zeer beperkt effectief en veelal tijdelijk van aard. Aanvullende maatregelen uit het Nationaal Plan van Aanpak Drinkwaterbesparing worden de komende jaren uitgerold, maar zijn vooral gericht op bewustwording en kennisoverdracht en minder op ‘harde’ maatregelen, zoals wijziging van regelgeving. Dit plan van aanpak heeft op korte termijn daarom naar verwachting onvoldoende effect. Dit betekent dat maatregelen rondom drinkwaterbesparing onvoldoende zijn om het knelpunt in West-Brabant op te lossen.
Alles overwegende, is de provincie tot de conclusie gekomen dat een nieuwe drinkwaterwinning noodzakelijk is voor het veiligstellen van de drinkwatervoorziening in de regio West-Brabant. De urgentie in West-Brabant is nu al zo hoog dat de winningscapaciteit zo snel mogelijk moet worden uitgebreid om drinkwater te kunnen blijven leveren.
Ook het Rijk onderkent dat lokaal nieuwe winningen, ondanks alle maatregelen die in gang zijn gezet, soms onvermijdelijk zijn. Zo staat in de brief Water en Bodem Sturend (2023): “Nieuwe drinkwateronttrekkingen worden toegestaan mits ze duurzaam inpasbaar zijn, ook in relatie tot verdrogingsproblematiek en effect op bestaand gebruik. Voor de korte termijn krijgt het drinkwaterbelang daar waar nodig en onder strikte voorwaarde prioriteit, vanwege de leveringsplicht van drinkwaterbedrijven en de zorgplicht van overheden”.
Daarnaast heeft de Inspectie leefomgeving en transport eind 2023 een signaalrapportage uitgebracht waarin de inspectie de provincies oproept om hun verantwoordelijkheid te nemen en meer te doen om de drinkwatervoorziening veilig te stellen. Dit wordt ook benadrukt in het rapport van de Zuidelijke Rekenkamer (2024).