Bescherming van de winning

5.6.1 Boringsvrije zone

Rondom winlocaties liggen beschermingszones om te voorkomen dat de drinkwaterwinning verontreinigd raakt. De beschermingszone wordt aangewezen door de provincie en vastgelegd in de provinciale omgevingsverordening. Vervolgens gelden voor dit gebied de regels uit de provinciale verordening.

Er zijn drie verschillende typen beschermingszone. De provincie heeft voor de drinkwaterwinning Kruisland besloten dat alleen een waterwingebied en een boringsvrije zone nodig zijn en geen grondwaterbeschermingsgebied voor het geplande winveld. In Figuur 5‑5 zijn het geplande waterwingebied en de boringsvrije zone voor drinkwaterwinning Kruisland aangegeven.

Figuur 5‑5: Waterwingebied en boringsvrije zone van de geplande drinkwaterwinning Kruisland

Het waterwingebied is het terrein van Brabant Water waar de putten op staan. Hier geldt een streng beschermingsregime en de randen van dit gebied moeten voldoende ver weg liggen om bacteriologische besmetting van het onttrokken water te voorkomen.

De regels van een boringsvrije zone zijn erop gericht te voorkomen dat verontreinigingen toch versneld naar de winputten kunnen stromen door het doorboren van kleilagen. Voor de drinkwaterwinning Kruisland geldt een boringsvrije zone. De grootte van het gebied is bepaald door stroombaanberekeningen met het grondwatermodel. Binnen deze zone kan het grondwater binnen 25 jaar een winningsput bereiken vanuit het watervoerende pakket waaruit het water wordt onttrokken.

5.6.2 Regels voor bodemenergiesystemen in een boringsvrije zone

In de provinciale omgevingsverordening staan algemene regels voor bodemenergiesystemen, die overal gelden, dus ook voor percelen buiten boringsvrije zones en grondwaterbeschermingsgebieden:

  • Gesloten bodemenergiesystemen mogen alleen bóven de beschermende kleilagen worden aangelegd.

  • Open bodemenergiesystemen mogen tot 80 meter diep worden aangelegd, en daar waar de kleilaag dieper zit dan 80 m, mogen de open systemen tot de kleilaag worden aangelegd.

De provincie heeft onderzocht welke kleilagen een goede bescherming bieden voor de grondwaterpakketten, die belangrijk zijn voor de drinkwatervoorziening. De maximale diepte is vastgelegd op een provinciale kaart in het digitale Warmtebronnenregister Noord-Brabant. Ter hoogte van Kruisland ligt de diepte van deze laag op ongeveer 90 meter onder maaiveld, dit is gelijk aan de Oosterhoutklei. Zonder boringsvrije zone mogen dus zowel open als gesloten bodemenergiesystemen worden aangelegd tot een diepte van 90 meter onder maaiveld.

In een boringsvrije zone mag nog steeds tot dezelfde diepte geboord worden voor bodemenergiesystemen mits aan aanvullende voorwaarden wordt voldaan. Beperking is dat voor gesloten energiesystemen alleen gebruik mag worden gemaakt van water als circulatiemiddel, zonder toevoeging van additieven (artikel 3.43 van de omgevingsverordening Noord-Brabant). Het voornemen is om deze verordening in 2025 aan te passen. In een boringsvrije zone gelden dan geen aanvullende voorwaarden voor de circulatiemiddelen. Dit staat dus nog niet vast. Binnen de boringvrije zone mogen geen diepe bodemactiviteiten plaats vinden zoals winning van geothermie (dieper dan 500 meter) of aardgas. Voor het boren van een onttrekkingsput voor beregening van landbouwgewassen blijven de bestaande regels van waterschap en provincie van kracht.

5.6.3 Bescherming van drinkwaterwinning Kruisland in relatie tot omliggende drinkwaterwinningen

Een grondwaterbeschermingsgebied wordt aangewezen als er risico’s zijn van verspreiding van verontreinigingen vanaf maaiveld naar de winputten. Dit wordt uitgerekend door stroombaanberekeningen met het grondwatermodel. Voor de drinkwaterwinning Kruisland blijkt dit risico klein te zijn, omdat de drinkwaterwinning op ongeveer 150 meter diepte plaatsvindt uit een watervoerend pakket dat is afgedekt met dikke beschermde kleilagen met een hoge weerstand (Oosterhoutklei en Waalreklei). Door de grote diepte en de kleilagen duurt het erg lang voordat verontreinigingen vanaf maaiveld naar de winputten kunnen stromen. Er is daarom geen grondwaterbeschermingsgebied nodig voor de nieuwe drinkwaterwinning Kruisland.

Voor de omliggende waterproductiebedrijven zijn wel grondwaterbeschermingsgebieden aangewezen (zie Figuur 5‑6). Dit heeft de volgende redenen:

  • Roosendaal, Bergen op Zoom, Schijf:
    Ten zuiden van Kruisland zijn de drinkwaterwinningen minder goed beschermd door kleilagen. Winning vindt veelal plaats van onder de Oosterhoutklei. De weerstand van deze laag bepaalt in hoeverre de winning beschermd is. De weerstandswaarde van de Oosterhoutklei is in het zuiden lager dan bij Kruisland en daarom is voor de drinkwaterwinningen Roosendaal, Bergen op Zoom en Schijf wel een grondwaterbeschermingsgebied nodig.

  • Seppe:
    De weerstand van de Oosterhoutklei rond drinkwaterwinning Seppe varieert. Hier speelt mee dat de winning aanzienlijk meer grondwater mag onttrekken dan in Kruisland, namelijk 15 miljoen m3 per jaar ten opzichte van 3,5 miljoen m3 per jaar. Dit geeft een groter gebied en daarom een groter risico en daarom is voor Seppe een grondwaterbeschermingsgebied aangewezen.

  • Wouw:
    Ten westen van Kruisland ligt de drinkwaterwinning Wouw. Deze winning is vergelijkbaar met de winning Kruisland zowel wat betreft de grootte van de drinkwaterwinning (4 miljoen m3/jaar) als de diepte van onttrekken (bovenkant van de Formatie van Oosterhout). Verschil is dat de weerstand van de Oosterhoutklei lager is in Wouw, zodat hier wel een grondwaterbeschermingsgebied nodig is.

  • Kruisland:
    Voor de drinkwaterwinning Kruisland is de theoretische grootte van een grondwaterbeschermings-gebied berekend. De omtrek van een grondwaterbeschermingsgebied zou ongeveer overeenkomen met het waterwingebied dat het strengste beschermingsregime kent. Daarom is hier geen apart grondwaterbeschermingsgebied nodig.

Figuur 5‑6: Boringsvrije zones en grondwaterbeschermingsgebieden van bestaande winningen in de omgeving Kruisland