Aanleg van de transportleiding
5.4.1 Open ontgraving
Waar het kan, wordt de transportleiding in open ontgraving aangelegd. Omdat de transportleiding wordt aangelegd in een peilbeheerst gebied, wordt ervan uitgegaan dat er over het gehele tracé bronbemaling nodig is bij de leidingaanleg. Met bronbemaling wordt het waterpeil in het leidingtracé plaatselijk en tijdelijk zo verlaagd dat er droog gewerkt kan worden. In het MER is ervan uitgegaan dat het bemalingswater wordt geloosd op het oppervlaktewater. Hiervoor is het Waterschap Brabantse Delta bevoegd gezag.
Uitgangspunt voor het MER is dat de transportleiding wordt aangelegd in secties van circa 100 meter. Dat betekent dat alle werkzaamheden in een sectie worden uitgevoerd en het materieel zich dan verplaatst naar de volgende sectie.
Langs elke sectie wordt een werkstrook ingericht van zo’n 15 tot 20 meter breed. Eerst worden rijplaten neergelegd. Dan graaft een graafmachine de bovenste laag grond (teelaarde) weg. Er wordt bemaling langs het tracé geplaatst. Vervolgens wordt de grond verder afgegraven en de transportleiding in de sleuf gelegd. De afgegraven grond wordt per soort afgegraven en gescheiden opgeslagen zodat het weer in de juiste volgorde kan worden teruggebracht. Als de transportleiding in de sleuf ligt, wordt de grond weer teruggeplaatst en worden de rijplaten opgeruimd. Het uitgangspunt voor het MER is dat in één dag 60 tot 100 meter leiding kan worden aangelegd, dus ongeveer één sectie per dag.
5.4.2 Gestuurde boring en persingen
De Cruijslandse Kreken worden ondergronds gekruist met een horizontaal gestuurde boring (HDD-boring) waardoor er ter plekke aan maaiveld en in de waterlopen geen effecten optreden, behalve mogelijk verstoring door geluid en de aanwezigheid van materieel en mensen in de omgeving. Kleine sloten worden naar verwachting via een lokale afdamming met een open ontgraving gekruist. Infrastructuur en grotere watergangen worden ondergronds gekruist met een persing, afhankelijk van de lokale situatie, de te kruisen lengte en de beschikbare ruimte. Naar verwachting worden de boring en persingen al voorafgaand aan de open ontgraving uitgevoerd. Zo kunnen de leidingdelen zo goed mogelijk aansluiten.
Voor een HDD-boring en een persing wordt een boorinstallatie gebruikt. Aan het in- en uittredepunt van de boring wordt een werkterrein ingericht met rijplaten. De boorinstallatie wordt opgebouwd en de HDD-boring wordt uitgevoerd. Grond die vrijkomt uit de HDD-boring wordt tijdelijk opgeslagen en afgevoerd. Grond die vrijkomt uit de persingen wordt in het veld verwerkt. Het uitgangspunt voor het MER is dat een HDD-boring circa 2 à 3 weken duurt. De persingen nemen 1 à 2 weken in beslag, afhankelijk van de lengte van de mantelbuis.
De hier beschreven uitvoeringsmethode is gebaseerd op de ervaring van Brabant Water met soortgelijke projecten. Deze beschrijving vormt het uitgangspunt voor de effectbeoordeling van het MER. De aannemer werkt de uitvoeringsmethode voorafgaand aan de werkzaamheden technisch uit. Onder andere op basis van de vergunningsvoorwaarden, de afspraken met grondeigenaren en de voorkeuren van de aannemer kan de aanlegmethodiek of het toegepaste materieel nog wijzigen ten opzichte van de hier beschreven en in het MER getoetste methode. Mocht er uiteindelijk worden gekozen voor een geheel andere uitvoering, dan moeten de effecten mogelijk opnieuw in beeld worden gebracht en beoordeeld. Vooralsnog wordt verwacht dat de hier beschreven uitvoeringsmethode een realistische weergave van de effecten geeft.