Aanleg van de waterwinning
Er wordt een puttenveld aangelegd. Dat wil zeggen dat de winputten worden geboord waarmee het grondwater wordt opgepompt. Er wordt vooralsnog uitgegaan van zeven tot tien winputten. In de omgeving worden ook nog een aantal extra waarnemingsputten geboord. De putten worden geboord tot zo’n 100 tot 170 meter onder het maaiveld.
Ter voorbereiding op de werkzaamheden wordt vegetatie verwijderd en worden rijplaten geplaatst. Het boren van de putten gebeurt met een mobiele boorinstallatie. In Figuur 11 is een voorbeeld van een booropstelling gegeven. Gedurende de boorfase is er sprake van transport voor de aan- en afvoer van materiaal en materieel voor het boren van de putten. Daarnaast zal gedurende de boorwerkzaamheden de boorinstallatie op afstand te zien en horen zijn. Op de locatie worden ook een transformatorgebouw met daarin de installaties voor verhoging van de waterdruk gebouwd en transportleidingen aangelegd. De werkzaamheden worden vooraf gecommuniceerd, zodat omwonenden weten wat ze kunnen verwachten.
Figuur 11. Voorbeeld opstelling voor het boren van een winput (Zie ook deze blog over de pompproef)
Tijdens het opstellen van het MER gaat Brabant Water ook van start met het ontwerp van de terreininrichting. De waterwinlocatie behoeft bepaalde infrastructuur en daarnaast is ruimte voor verdere inrichting. In samenwerking met omwonenden en lokale organisaties wil Brabant Water ideeën en wensen vormgeven. Brabant Water heeft zelf de ambitie om de lokale biodiversiteit te versterken.