Milieueffectrapportage voor zorgvuldige besluiten

Benodigde besluiten

Voordat er in Kruisland een waterwinning kan worden aangelegd en gebruikt moet eerst besluitvorming plaatsvinden. Daarvoor zijn verschillende overheidsinstanties verantwoordelijk, zij zijn samen het zogenaamde bevoegd gezag. De provincie Noord-Brabant coördineert de besluitvorming.

  • Volgens de Waterwet zijn vergunningen nodig voor grondwateronttrekking voor de openbare drinkwatervoorziening en voor bronbemaling voor het aanleggen van de nieuwe transportleiding. Provincie Noord‑Brabant is verantwoordelijk voor het besluit over de watervergunning voor grondwateronttrekking en Waterschap Brabantse Delta voor de bronbemaling.

  • Het aanleggen van een waterwinning is niet toegestaan binnen de huidige planologische enkelbestemming “agrarisch met waarden – landschapswaarden” van het bestemmingsplan Buitengebied Steenbergen. Om de waterwinning te realiseren wordt daarom een zogenoemde Omgevingsvergunning met afwijking bestemmingsplan aangevraagd. De gemeente Steenbergen is verantwoordelijk voor het besluit over de Omgevingsvergunning.

  • Rondom de waterwinning zal de provincie een beschermingszone aanwijzen door een aanpassing van de provinciale omgevingsverordening. Voor dit gebied gelden vervolgens de regels uit de provinciale verordening.

  • Voor het bouwen van het transformatorgebouw en het aanleggen van de transportleiding zijn vergunningen nodig in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor bouwen en milieu. De gemeente Steenbergen en de gemeente Roosendaal zijn verantwoordelijk voor de besluiten over de Wabo-vergunningen.

  • Mogelijk is er een vergunning of ontheffing nodig in het kader van de Wet natuurbescherming, waarvoor provincie Noord-Brabant verantwoordelijk is.

Milieueffectrapportage

Om het milieubelang goed te kunnen meenemen in de besluitvorming over activiteiten die mogelijk nadelige gevolgen voor de omgeving hebben, wordt in Nederland de milieueffectrapportage (m.e.r.)-procedure doorlopen. In de Wet milieubeheer en het Besluit m.e.r. staat voor welke activiteiten dat geldt (onder de nieuwe Omgevingswet wordt dit het Omgevingsbesluit (bijlage V)). Een grondwateronttrekking van 3,5 miljoen m3/jaar en de bronbemaling zijn m.e.r.-beoordelingsplichtig op grond van categorie D15.2 van het Besluit m.e.r. Dat betekent dat moet worden nagegaan of er belangrijke nadelige milieugevolgen zijn die aanleiding geven voor een volledige m.e.r.-procedure.

Categorie D15.2: “De aanleg, wijziging of uitbreiding van werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater, in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een hoeveelheid water van 1,5 miljoen m3 of meer per jaar.”

Het is van belang dat de provincie, het waterschap en de gemeenten het milieubelang goed kunnen meewegen in de besluitvorming over een waterwinning in Kruisland. Daarom kiezen Brabant Water en de provincie ervoor om meteen vrijwillig een project-m.e.r.-procedure te doorlopen. Dit wordt gedaan om een zo compleet mogelijk inzicht te krijgen in de effecten van een waterwinning én om belanghebbenden zo veel mogelijk ruimte te geven om in het officiële besluitvormingstraject mee te denken. Hoewel de beperkte m.e.r.-procedure hier van toepassing is, is er bewust voor gekozen om alle stappen van de uitgebreide procedure te doorlopen.

In de m.e.r.-procedure worden diverse onderzoeken gedaan naar mogelijke effecten van de aanleg en het gebruik van de waterwinning en transportleiding. Daarbij wordt ook onderzoek gedaan naar maatregelen om negatieve effecten te verminderen en/of te compenseren. De resultaten van die onderzoeken worden samengevat in een Milieueffectrapport (MER). Dit rapport geeft bewoners, bestuurders en andere betrokkenen inzicht in de milieugevolgen en dient zo ter ondersteuning van de te nemen besluiten.

De afstand van locatie Kruisland tot Natura 2000-gebieden is zo groot dat er, volgens voorstudies, geen nadelige grondwaterstandsveranderingen in Natura 2000-gebieden worden verwacht. Door de afstand tot Natura 2000-gebieden zal er ook geen stikstofdepositie door werkzaamheden in Natura 2000-gebieden optreden. Dit wordt nog goed onderzocht, maar vooralsnog wordt verwacht dat er geen Passende Beoordeling nodig is voor dit project.