Hydrologische gevolgen en daarvan afgeleide milieueffecten

Er zijn indicatieve berekeningen met het grondwatermodel gedaan voor grotere wincapaciteiten van 4, 6 en 9 miljoen m3 per jaar in Kruisland. Deze sommen waren ook in de verkenning in 2018 gedaan en zijn nu nog eens uitgevoerd met het vernieuwde grondwatermodel dat in het kader van dit MER is gemaakt. Er is uitgegaan van hetzelfde winveld en dezelfde hoeveelheid winputten als voor een capaciteit van 3,5 miljoen m3 per jaar. Bij een grotere onttrekking zullen er in de praktijk meer putten worden aangelegd om de capaciteit te verhogen. Daarom is dit een indicatieve berekening.

De indicatieve berekeningen laten zien dat als er meer water wordt onttrokken, er grotere verlagingen van de grondwaterstand en stijghoogte in het bepompte pakket optreden. De hydrologische veranderingen als gevolg van uitbreiding van de wincapaciteit op de locatie Kruisland kunnen leiden tot de volgende afgeleide milieueffecten:

  • Verlagingen gaan reiken tot in Natura 2000-gebied Brabantse Wal (Zoomland);

  • Verlagingen gaan reiken tot in NNB-gebieden met grondwaterafhankelijke natuurwaarden en KRW oppervlaktewater;

  • Toename van droogteschade;

  • Toename van het risico op zetting;

  • Er moet een grondwaterbeschermingsgebied worden ingesteld, waardoor beperkingen ontstaan voor de landbouw in het gebied.

Effecten op Natura 2000 gebied Zoomland

In hoofdstuk 10 zijn de grondwaterstandverlagingen als gevolg van 3,5 miljoen m3 per jaar in beeld gebracht. Daaruit blijkt dat de verlagingen bij deze capaciteit niet reiken tot aan Natura 2000-gebieden. Uit de indicatieve berekeningen volgt dat er bij een grondwateronttrekking van 6 en 9 miljoen m3 per jaar verlagingen van de grondwaterstand in Natura 2000-gebied Brabantse Wal (Zoomland) optreden. Verlagingen ter hoogte van grondwaterafhankelijke habitattypen in Natura 2000-gebieden zijn in strijd met wet- en regelgeving.

Effecten op NNB

Onttrekkingen van 6 en 9 miljoen m3 per jaar leiden tot grotere verlagingen in nabijgelegen natuurgebieden van het NNB, waardoor in deze gebieden negatieve effecten kunnen optreden. Hetzelfde geldt voor KRW oppervlaktewater (ecologische waterkwaliteit). Er is geen ecologisch onderzoek uitgevoerd om te bepalen of dat leidt tot verlagingen ter hoogte van grondwaterafhankelijke natuurwaarden. Als dat zo is, is dat strijdig met provinciaal beleid. Er moet dan een vergunning voor een natuuractiviteit worden aangevraagd.

Toename droogteschade en risico op zetting van bebouwing, waterkeringen en infrastructuur

Onttrekkingen van 6 en 9 miljoen m3 per jaar leiden tot grotere verlagingen in een uitgestrekter gebied rondom de winlocatie. De kans dat er schade ontstaat door droogte neemt hierdoor toe. Dit kan negatieve effecten hebben op de bovengenoemde natuurgebieden en op landbouwpercelen in de directe nabijheid van de winning. Ook neemt de kans op schade aan bebouwing, waterkeringen en infrastructuur door zetting toe.

Effecten op het beschermingsregime

Bij een grotere onttrekkingscapaciteit is er ook een ander beschermingsregime noodzakelijk. In Figuur 12‑1 staan indicatief vier berekende 25-jaars intrekgebieden ingetekend, voor wincapaciteiten van 3,5, 4, 6 en 9 miljoen m3 per jaar. De intrekgebieden zijn berekend met stroombanen die er maximaal 25 jaar over doen om tot de winning te komen.

Bij een onttrekking van 3,5 miljoen m3 per jaar is het intrekgebied zeer beperkt. Slechts één perceel zou in het grondwaterbeschermingsgebied vallen. Op basis daarvan is de provincie voornemens om alleen een boringsvrije zone in te stellen (zie paragraaf 5.6). Bij een hogere onttrekkingscapaciteit, dat is al bij 4 miljoen m3 per jaar, valt het berekende 25-jaars intrekgebied buiten de grenzen van het waterwingebied. Dat maakt het noodzakelijk om voor een grotere onttrekkingscapaciteit bij Kruisland een grondwaterbeschermings-regime in te voeren. Op basis van de provinciale omgevingsverordening stelt de provincie beperkingen voor het landbouwkundig gebruik in een grondwaterbeschermingsgebied. Dit leidt onder andere tot beperkingen in het gebruik van landbouwgrond, wat bij de onderhavige aanvraag niet noodzakelijk is.

Figuur 12‑1: Indicatieve berekening van de 25-jaarszones bij de variatie van wincapaciteit (in miljoen m3/jaar) in Kruisland

Effecten op de zuiveringscapaciteit in Wouw

Het bestaande waterproductiebedrijf Wouw uit 1970 is bijna 55 jaar oud. In 1986 en 2008 zijn enkele renovaties uitgevoerd, met name ten aanzien van de procesautomatisering, maar dat is niet voldoende. Op korte termijn is nieuwbouw van het waterproductiebedrijf noodzakelijk om de continuïteit en veiligheid van de waterlevering te kunnen blijven borgen.

In het ontwerp is rekening gehouden met een capaciteit van 7,5 miljoen m3 water per jaar, zijnde 4 miljoen m3 water per jaar uit het winveld bij Wouw en 3,5 miljoen m3 water per jaar uit Kruisland. Wanneer de capaciteit op deze productielocatie nog verder moet worden uitgebreid als gevolg van de grotere onttrekkingshoeveelheid, heeft dat gevolgen voor diverse milieueffecten van de renovatie Wouw, waaronder een hogere stikstofdepositie.

Technische wijzigingen

Een grotere capaciteit betekent een verzwaring van de installaties op en rondom het winveld. Het is dan nodig om grotere pompen en installaties aan te leggen. Bij onttrekkingen van 6 en 9 miljoen m3 water per jaar zijn er meer winputten nodig. Daardoor neemt het winveld in omvang toe, waarmee een meer uitgebreid en groter beschermingsregime noodzakelijk wordt. Tot slot zal de infrastructuur van het distributiesysteem moeten worden uitgebreid met grotere leidingen. Dit alles leidt tot meer effecten op de omgeving en het milieu.