Aanzet monitoring

Na vaststelling van een mer-plichtig besluit moet het bevoegd gezag de daadwerkelijke milieugevolgen van de uitvoering van de voorgenomen activiteit onderzoeken. Het bevoegd gezag stelt daarom bij het vaststellen van het plan of besluit een monitorings- en evaluatieplan vast waarin is opgenomen welke gevolgen worden gemonitord. In dit hoofdstuk is een eerste aanzet gegeven voor de monitoring van de gevolgen van de voorgenomen activiteit. De monitoringsvoorstellen zijn erop gericht om informatie te verschaffen zodat bijgestuurd kan worden als dat nodig is. Paragraaf 16.1 en 16.2 gaat respectievelijk in op de aanwezige meetlocaties en monitoring voor bedrijfsvoering. Voor het monitoren zijn die aspecten relevant waarover onzekerheid bestaat of waarvan mogelijk normen zouden kunnen worden overschreden (zie paragraaf 16.3). Ook is het relevant, de voortgang van het plan bij te houden om te zien of de gewenste ambities en doelen worden behaald (paragaaf 16.4).