Ruimtelijke kwaliteit

Binnen het thema ruimtelijke kwaliteit zijn de effecten bepaald van de inrichting van de winlocatie op de belevingswaarde, gebruikswaarde, toekomstwaarde en herkomstwaarde.

Beleid, wet- en regelgeving

Vigerend beleidskader op provinciaal niveau is de Omgevingsverordening Noord-Brabant. De Omgevingsverordening stelt regels voor ruimtegebruik en nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die gemeenten in acht moeten nemen bij het maken of wijzigen van een omgevingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

Op lokaal niveau hebben de Regionale Investeringsagenda van de Stedelijke Regio West-Brabant-West (Studio Bereikbaar, 2024) en de Structuurvisie van de gemeente (Gemeente Steenbergen, 2012) invloed op de ontwikkeling. In beide documenten wordt gesproken over een gebied waarbinnen (economische) ontwikkelingen plaatsvinden en de nadruk ligt op agrarisch gebruik. De ontwikkelingen dienen gepaard te gaan met het versterken van de landschappelijke en natuurlijke waarden.

Onderzoeksmethodiek

De landschappelijke karakteristiek is in beeld gebracht door het adviesbureau Stad en Groen uit Wouw (zie Bijlage A19). Op basis van de landschappelijke analyse heeft Stad en Groen drie inrichtingsvarianten ontworpen. De effecten van de inrichtingsvarianten op ruimtelijke kwaliteit zijn in beeld gebracht op basis van een deskundigenoordeel. Hierbij is onderscheid gemaakt in de indicatoren belevingswaarde,

gebruikswaarde, herkomstwaarde en toekomstwaarde:

  • Belevingswaarde: Binnen deze indicator ligt de focus op de identiteit en de beleving van het landschap. Het gaat hierbij om de aspecten: openheid van het gebied, de aanwezigheid van bebouwing, het landgebruik en opgaand groen.

  • Gebruikswaarde: De focus ligt hierbij op de (meervoudige) bruikbaarheid en functionele samenhang. Er wordt hierbij gezocht naar koppelingen tussen verschillende opgaven, zolang deze koppelingen maar bijdragen aan de centrale opgave.

  • Toekomstwaarde: In het kader van ruimtelijke kwaliteit wordt de indicator doorgaans getoetst op basis van aanpasbaarheid, duurzaamheid en beheerbaarheid.

  • Herkomstwaarde: In een beoordeling voor ruimtelijke kwaliteit duidt het begrip herkomstwaarde op de cultuurhistorische aspecten van het landschap. In hoeverre sluiten beoogde nieuwe ingrepen aan op het historische gevormde landschap. Speciale aandacht is hierbij voor zogenaamde structuurdragers.

15.3.1 Invloed op belevingswaarde

Referentiesituatie

De inrichting van de polder sluit aan bij de huidige behoefte van landgebruik en aanduiding als laag dynamisch gebied. De ruimte oogt hierdoor monotoon.

De schuren van de varkenshouderij aan de noordzijde van het projectgebied zijn dominant aanwezig.

Beoordelingsmaatlat

Tabel 15‑6: Beoordelingsmaatlat belevingswaarde in de aanleg- en gebruiksfase

Effectbeschrijving en -beoordeling in de gebruiksfase

Variant Opgaan

De ontwikkeling zorgt voor een versterking van de structuur van het landschap.

Gerichte boom- en struweelbeplantingen zorgen voor de versterking van het ruimtelijk kader, enerzijds door de verkavelingsrichting van de polder te benadrukken en door de openheid te accentueren en anderzijds door de boom- en struweelbeplanting die zorgt voor en visuele afscherming van de dominante aanwezigheid van de varkenshouder.

De variant Opgaan wordt positief (++) beoordeeld.

Variant Contrast

Deze variant zet in op het contrast met de openheid van de polder door een natuurlijke uitstraling bestaande uit gradiënten. In een rationeel landschap valt een afwijkende invulling op.

De boom- en struweelbeplantingen zorgen voor een visuele afscherming van de dominante aanwezigheid van de varkenshouder.

De variant Contrast wordt neutraal (0) beoordeeld.

Variant Aansluiten

De robuuste lineaire structuren op het perceel sluiten aan bij de rationaliteit en de bijhorende maat en schaal van de polder. Door de bomenlaan wordt de eenduidige openheid van de polder doorsneden.

De bomenlaan zorgt voor een verzachting van de aanwezigheid van de varkenshouder.

De variant Aansluiten wordt licht positief (+) beoordeeld.

Effectbeschrijving en -beoordeling in de aanlegfase

De belevingswaarde kan als gevolg van de aanleg ook tijdelijk verstoord worden. Dit hangt samen met de afname van de openheid door de tijdelijke aanwezigheid van boorstelling(en) die nodig zijn voor de aanleg van de winputten. Deze impact is tijdelijk en minimaal, dus daarom krijgt dit de beoordeling licht negatief (-).

Mitigerende maatregelen

Er is geen sprake van mitigerende maatregelen.

15.3.2 Invloed op gebruikswaarde

Referentiesituatie

Er is geen sprake van meervoudig ruimtegebruik. De polder is functioneel ingericht.

Beoordelingsmaatlat

Tabel 15‑7: Beoordelingsmaatlat gebruikswaarde in de gebruiksfase

Effectbeschrijving en -beoordeling in de gebruiksfase

Voor de drie varianten ontstaat een dubbelfunctie door de combinatie van waterwinlocatie en natuurontwikkeling. Bij de combinatie met waterberging en/of extensief recreatief medegebruik kan de waardering positiever worden. De drie varianten worden licht positief (+) beoordeeld.

Mitigerende maatregelen

Niet van toepassing omdat er geen negatieve effecten zijn geconstateerd.

15.3.3 Invloed op toekomstwaarde

Referentiesituatie

Door de ligging in een polder is er door middel van regulering ten behoeve van weer- en klimaatinvloeden een situatie gecreëerd die goed in stand te houden is.

Beoordelingsmaatlat

Tabel 15‑8: Beoordelingsmaatlat toekomstwaarde in de gebruiksfase

Effectbeschrijving en -beoordeling in de gebruiksfase

De natuurlijke inrichting van de drie varianten is adaptief aan veranderende omstandigheden, zowel qua inrichting als beheer.

Voor de variant Aansluiten geldt dat de gecultiveerde uitstraling gericht onderhoud vergt. De boomweide en bomenlaan zijn in beheer gevoelig voor het wegvallen van bomen. Er ontstaat een afbreukrisico in de voorgestelde uitstraling.

De varianten Opgaan en Contrast worden positief (++) beoordeeld. De variant Aansluiten wordt licht positief (+) beoordeeld.

Mitigerende maatregelen

Niet van toepassing omdat er geen negatieve effecten zijn geconstateerd.

15.3.4 Invloed op herkomstwaarde

Referentiesituatie

De verkavelingsinrichting is ondanks de schaalvergroting herkenbaar. Echter door de monotone inrichting is het moeilijk te herleiden in het landschap.

Beoordelingsmaatlat

Tabel 15‑9: Beoordelingsmaatlat herkomstwaarde in de gebruiksfase

Effectbeschrijving en -beoordeling in de gebruiksfase

Variant Opgaan

In de vorm van een nieuwe laag die aan het landschap wordt toegevoegd, worden op het perceel structuurdragers in de vorm van struweelbeplanting (leesbaarheid verkavelingsstructuur) en een relict van een oude kreek wordt teruggebracht in het landschap. De variant Opgaan wordt positief (++) beoordeeld.

Variant Contrast

De boom- en struweelbeplanting geven het perceel richting in de openheid van de polder. Hierdoor is de oude verkavelingsstructuur te herkennen. De losse aanplant zorgt er echter voor dat er geen duidelijke richting is te herkennen.

Het teruggebrachte relict van een oude kreek wordt teruggebracht en refereert naar de periode voor de inpoldering. De variant Contrast wordt licht positief (+) beoordeeld.

Variant Aansluiten

De bomenlaan is dominant op het perceel aanwezig. Ondanks de versterking van de leesbaarheid van de verkavelingsstructuur kenmerkt de polder zich van origine door openheid. Structuurdragers in de vorm van bomen en struweelbeplanting dient hier ondergeschikt aan te zijn.

Het teruggebrachte relict van een oude kreek wordt teruggebracht en refereert naar de periode van de inpoldering. De losse beplanting benadrukt de aanwezigheid van de kreek. De variant Aansluiten wordt neutraal (0) beoordeeld.

Mitigerende maatregelen

Niet van toepassing omdat er geen negatieve effecten zijn geconstateerd.

15.3.5 Leemten in kennis en informatie

Voor dit thema zijn geen leemten in kennis en informatie geconstateerd.