Gezondheid

Beleid, wet- en regelgeving

Geluidhinder

Ten behoeve van dit project vinden bouwwerkzaamheden plaats. In het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn in artikel 7.17 voorschriften opgenomen ten aanzien van geluidhinder als gevolg van het uitvoeren van bedrijfsmatige bouwwerkzaamheden:

  1. Bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden worden alleen op werkdagen en op zaterdag, tussen 7.00 uur en 19.00 uur verricht.

  2. Bij het verrichten van die bedrijfsmatige werkzaamheden worden de dagwaarden en de daarbij behorende maximale blootstellingsduur, zoals opgenomen in Tabel 11‑36, niet overschreden.

Tabel 14‑15: Dagwaarden en de daarbij behorende maximale blootstellingsduur

Uit Tabel 14‑15 blijkt dat er vanwege geluid vanwege bouwwerkzaamheden dat de 60 dB(A) niet overschrijdt geen voorschriften gelden voor de duur van de werkzaamheden. Als er sprake is van geluid vanwege werkzaamheden dat hoger is dan 60 dB(A) maar niet hoger dan 65 dB(A), geldt er een maximale duur van de werkzaamheden van 50 dagen.

Luchtkwaliteit

In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) staan regels over omgevingswaarden, instructieregels, beoordelingsregels en regels voor monitoring van de kwaliteit van de leefomgeving. De omgevingswaarden voor het beschermen van de gezondheid en van het milieu zijn onder afdeling 2.2 opgenomen. Voor de kwaliteit van de buitenlucht is dit voor respectievelijk stikstof(di)oxide(n) en fijnstof nader uitgewerkt onder de artikelen 2.4 en 2.5. De regels voor het beschermen van de gezondheid en van het milieu zijn in paragraaf 5.1.4 opgenomen. Voor de kwaliteit van de buitenlucht is dit nader uitgewerkt in paragraaf 5.1.4.1.

Het Bkl biedt de volgende grondslagen voor de onderbouwing dat een plan of project voor de gezondheid en het milieu voldoet aan de wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit:

  1. De locatie bevindt zich niet binnen een aandachtsgebied voor stikstofdioxide en fijnstof. De beoordeling van de luchtkwaliteit is beperkt tot deze aandachtsgebieden, omdat er buiten de aandachtsgebieden geen sprake is van een dreigende overschrijding van de omgevingswaarden voor stikstofdioxide en fijnstof (art. 5.51 Bkl). Voor enkele activiteiten moet de overheid de luchtkwaliteit ook buiten aandachtsgebieden beoordelen. Het gaat dan om de aanleg of wijziging van een wegtunnel en de aanleg van een auto(snel)weg (artikel 5.50 Bkl);

  2. Het plan of project leidt niet tot overschrijding van (rijks)omgevingswaarden zoals vastgelegd in paragraaf 2.2.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl);

  3. Het plan of project draagt niet in betekenende mate bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit (art. 5.53 en 5.54 Bkl).

Wanneer een plan voldoet aan één van bovenstaande grondslagen, kan het wat luchtkwaliteit betreft doorgang vinden.

Onderzoeksmethodiek

Geluidhinder en luchtkwaliteit zijn beoordeeld op basis van deskundigenoordeel.

14.7.1 Invloed op geluidhinder

Referentiesituatie

De percelen waar de tracévarianten doorheen lopen zijn op dit moment in gebruik als landbouwgrond. Van, naar en op de landbouwgronden vinden gedurende het jaar diverse milieubelastende activiteiten met machinale werktuigen en bijbehorende geluidemissie plaats.

Beoordelingsmaatlat

Tabel 14‑16: Beoordelingsmaatlat geluidhinder in de aanlegfase

Effectbeschrijving en -beoordeling in de aanlegfase

Gedurende de aanlegfase wordt geluidhinder verwacht van de graafmachine en shovel, het aggregaat en de boorstelling.

In te zetten materieel

In Tabel 14‑17 is opgenomen welk materieel wordt ingezet voor de verschillende werkzaamheden voor de aanleg van de transportleiding. Daarbij is het bronvermogen van het materieel opgenomen en het aantal uren dat deze in bedrijf zijn in de dagperiode. Aan de hand van een akoestisch rekenmodel zijn met deze gegevens geluidcontouren bepaald om de effecten te beoordelen.

Tabel 14‑17: In te zetten materieel bij aanleg van de transportleiding (op basis van memo stikstofdepositie Antea)

Voor het onderzoek naar de effecten van de aanleg van de transportleiding is de inzet van het materieel vertaald naar een oppervlaktebron van 111 dB in de dagperiode, met bedrijfstijd van 3 uren.

HDD-boring

Bij alle varianten liggen zowel het begin- als eindpunt van de HDD-boring op een afstand van meer dan 200 meter van de omliggende geluidgevoelige gebouwen. Op basis van het in te zetten materieel ligt de geluidcontour van 60 dB(A) op een afstand van ongeveer 120 meter.

Open ontgraving

Op basis van het in te zetten materieel ligt de geluidcontour van 60 dB(A) in de dagperiode op een afstand van ongeveer 60 meter van de werkzaamheden en de geluidcontour van 70 dB(A) op minder dan 10 meter. Op basis van een geluidbelasting die niet hoger is dan 70 dB(A) is een maximale blootstellingsduur van 30 dagen toegestaan. Aangezien wordt uitgegaan van de aanleg van 100 meter leiding per dag, is het aantal dagen met werkzaamheden in de nabijheid van geluidgevoelige gebouwen hooguit 2 dagen.

De bemalingspomp zal de gehele avond en nacht in bedrijf zijn. In die perioden ligt de contour van 50 dB(A) op 15 meter.

Indirecte hinder

Bij de aanleg van de transportleiding wordt er extra verkeer gegenereerd voor de aanvoer van materiaal, materieel en personeel. Het gaat om een beperkt aantal voertuigen per dag, waarvan geen negatieve effecten worden verwacht.

Het effect is licht negatief (-) beoordeeld. Het effect is niet onderscheidend tussen de verschillende tracévarianten. Uit het onderzoek is gebleken dat de aanleg van de transportleiding niet leidt tot een overschrijding van de wettelijk toegestane blootstellingsduur aan bouwactiviteiten. Er ontstaat geen geluid dat als extra hinderlijk wordt ervaren (tonaal of impulsachtig geluid) en er zijn alleen geluidpieken tijdens schakelmomenten of door verkeer van mensen die ter plaatse moeten werken. Door de aard van het geluid en de afstand tot woningen is het niet aannemelijk dat er gezondheidseffecten, zoals gehoorschade, stress, psychologische problemen en slaapverstoring, door de aanleg van de leidingen voor de drinkwaterwinning ontstaan.

Mitigerende maatregelen

Mitigerende maatregelen zijn niet van toepassing.

14.7.2 Invloed op luchtkwaliteit

Referentiesituatie

De gronden binnen de varianten van het tracé waar de ontgravingen plaatsvinden zijn op dit moment in gebruik als (randen van) percelen waar watergangen lopen en waar gewassen geteeld worden. Ten behoeve van onderhoud van de watergangen en activiteiten van, naar en op de landbouwgronden vinden gedurende het jaar diverse milieubelastende activiteiten met machinale werktuigen en bijbehorende emissies van stikstofoxiden en fijnstof plaats.

Beoordelingsmaatlat

Tabel 14‑18: Beoordelingsmaatlat luchtkwaliteit in de gebruiksfase

Effectbeschrijving en -beoordeling in de aanlegfase

Tijdens de aanleg van de transportleiding vinden ter plekke van de ontgravingen activiteiten met mobiele werktuigen plaats en vinden er van en naar de ontgravingslocatie verkeersbewegingen plaats met lichte en zware motorvoertuigen. Deze activiteiten zijn tijdelijk van aard en zeer lokaal. De tracévarianten zijn niet onderscheidend. De activiteiten tijdens de aanlegfase vinden niet plaats in een aandachtsgebied voor stikstofdioxide of fijnstof. Het effect van de activiteiten is bovendien zo gering dat het niet leidt tot een aanzienlijke verbetering dan wel verslechtering (0) van de huidige situatie. Het effect is niet onderscheidend tussen de verschillende tracévarianten.

Mitigerende maatregelen

Mitigerende maatregelen zijn niet van toepassing.

14.7.3 Leemten in kennis en informatie

Niet van toepassing.